Nog geen twee minuten duurt het. Down In The Bottom is meer dan alleen het naspelen van een oud nummer van blueszanger Willie Dixon. Een kort vlijmscherp statement. Je reinste garagepunk. Zo eindigt kant één van Revolution, dat voortaan als Nederbeatklassieker door het leven zal gaan. Wanneer de plaat in 1966 verschijnt blijkt ie voor Nederlandse begrippen behoorlijk uniek. Onaangepast en ruig, op basis van rauwe blues in navolging van Rolling Stones en The Animals.
Met dat verschil dat het Haagse beatbandje, o grote opluchting, nadrukkelijker op het scherpst van de snede speelt dan hun voorbeelden. Met Revolution geeft Q65 alle andere dan opkomende Nederlandse groepen een fikse draai om de oren. Een stapeltje hitsingles vestigt de naam definitief, niet alleen bij het groeiende legioen “langharig tuig”. De band mag zelfs optreden in de oerdegelijke talkshow van Willem Duys.
Bijna vijftig jaar later is de lp nog altijd bijzonder om te horen. Ondanks de duidelijke invloeden, heeft De Kjoe iets spontaans, onbevangens en argeloos. Alsof er geen verschil bestaat tussen studio en repetitieruimte; in het geval van Q65 een woonboot genaamd Annie. Wim Bieler zingt als ruwe bolster blanke pit, terwijl sologitarist Joop Roelofs ook in 2015 opgeruimd en eigenzinnig klinkt.
Afgezien van de muziek is deze nieuwe uitgave bovendien een mooi hebbeding. Van alle eerdere reissues, de laatste dateert uit 2001, doet deze versie het meest recht aan het Q65 geluid. De eerste duizend exemplaren zijn geperst op rood vinyl, vergezeld van een fotobijlage. De bandleden staan op de hoes afgebeeld in voelbare reliëfdruk. Jammer dat het logo van de firma Decca, dat de plaat oorspronkelijk uitbracht, niet is overgenomen op het vinyllabel. Gebleven is wel de hippe hoestekst van Fluxuskunstenaar Willem de Ridder: “Denk er vooral aan dat knopje waar VOLUME bij staat zo ver mogelijk open te draaien.”
Q65 – Revolution (reissue Music On Vinyl 1966/2015)
(eerder gepubliceerd op The Post Online)
The Life I Live is wel een lekker nummertje, zal ook wel het jeugdsentiment zijn. De rest van de elpee staat vol met covers van Willie Dixon, Otis Redding, Bo Diddley en Allen Toussaint die ik liever hoor in de originele versies. Al met al redelijk jatwerk.
Vergeten in de vorige reactie: De absolute nederbeat klassieker is natuurlijk de eerste elpee van The Outsiders.
Persoonlijk geef ik overigens de voorkeur aan CQ van The Outsiders. Een van de redenen om debuut Q65 zo te noemen was ook omdat ie een jaar eerder verscheen dan debuut Outsiders.
Waarop is uw mening gebaseerd, als ik vragen mag?
Een stukje geschiedenis… Toen het album voor het eerst uitkwam in de zomer van 1966 was dit een mono release. Stereo was toen nog niet mainstream, en bovendien duurder (dus niet interessant voor de doelgroep). De LP werd voor een schappelijke fl. 9.90 aangeboden.
In 1969 liet de oorspronkelijke producer Hans van Hemert een Phonogram techneut een nieuwe stereo mix maken van de oorspronkelijke drie sporen band. Deze werd uitgebracht als heruitgave op Decca en is sindsdien de standaard versie.
Nou hoor ik menig lezer al denken: “Stereo is toch altijd beter?” of “maar deze versie is op gekleurd vinyl!”. Met dat laatste argument kan ik niet wedijveren, maar voor het eerste geldt dat dit in veel gevallen een misvatting betreft.
Het is namelijk niet zo dat de mono versie van dit album hetzelfde klinkt als de stereo versie wanneer je deze door één speaker zou luisteren. Neen! De mono versie is een hard stompende geluidsmuur, hardhandig en vakkundig door de buizen apparatuur en zelf gebouwde limiter van Jean Audier heen gejakkerd.
De stereo daarentegen klinkt ‘soft’ en is niet altijd in optimale balans, omdat er met drie sporen niet veel mogelijkheden waren om een ruim stereobeeld te maken.
De oorspronkelijke mono LP klinkt goed, maar is bijna onmogelijk om in excellente staat te vinden. Een veel beter alternatief is de Pseudonym LP van 2001. Dit is de enige mono reissue die er van dit album bestaat, en het is ook verreweg de best klinkende release van Revolution (naar mijn mening). Deze relrease heeft een ruimtelijk diepte en ‘fidelity’ die op de oorspronkelijke LP niet te horen is (men haalde in die tijd de bas en hoge tonen er grotendeels af, zodat de naald niet van de plaat zou gaan skippen).
het gaat hier om de reissue uit 2015 verschenen bij het Nederlandse label Music On Vinyl. Mono klinkt inderdaad beter en meer ‘inyourface’ dan veel stereoplaten uit die tijd, ook reissues in mono maken veel stereoweergaven overbodig